“Ik doe er alles aan om de veertig vol te maken”.
Ze zou eigenlijk al in een verpleeginrichting opgenomen worden opgenomen, maar haar man Jos stelt dat zo lang mogelijk uit. Hij krijgt hulp en ondersteuning van vrijwilligers van Handen in Huis.
“Iedereen heeft het altijd over kwaliteit van zorg. Maar kwaliteit van zorg is ook dat je kunt zijn op de plek waar je het liefste bent. En thuis is toch wel heel erg fijn”.
Rosi beleeft haar ziekte op de meeste dage vol goede moed. Soms heeft ze mindere dagen. Haar stemming kan vanuit het niets omslaan. Van positief naar negatief, boos en stug. Niet van agressie”, zo verklaart Jos. “Ook je gedrag wordt door je hersenen aangestuurd, en je emoties.
De grooste uitdaging als mantelzorer is leren begrijpen. “Iedere vergelijking gaat natuurlijk mank, maar ik heb vroeger honden opgeleid. Vooral bij de hond als huisdier heb ik altijd gezegd: ik leid niet de hond op, maar ik leid de eigenaar op. Die eigenaar moet de hond leren begrijpen, en zo is het hiermee ook. De omgeving moet leren hoe ze hiermee om leren gaan.
Ik geef het voorbeeld van tanden poetsen, dat lukt de ene dag wel en de andere dag niet. Als je daarmee geconfronteerd wordt de eerste tijd, denk je vaak dat het onwil is. Maar dat is het niet. De ander weet gewoon niet meer hoe het moet, die tanden poetsen. Dat begrijp je niet vanaf het allereerste moment”.